Ga naar hoofdinhoud

Verrekening

Verrekening komt in het dagelijks leven veel voor. Met vrienden zal u vroeger na een avondje stappen vast wel eens de door u betaalde biertjes hebben weggestreept tegen de taxikosten en broodjes shoarma die uw vrienden hebben betaald. Verrekening is ook terug te vinden in de wet. Voor een geslaagd beroep op verrekening moet aan een aantal vereisten worden voldaan. Om te beginnen gaat verrekening niet vanzelf. Hierop moet door een van de partijen een beroep worden gedaan. Vaak zal verrekening in goed overleg plaatsvinden, maar het is geen vereiste dat beide partijen het eens zijn met de verrekening. Wat zijn dan wel de vereisten voor verrekening?

Vereisten voor een beroep op verrekening

Voor een geslaagd beroep op verrekening moet er worden voldaan aan een aantal vereisten, die hierna nader zullen worden toegelicht:

  • De partijen hebben over en weer een vordering op elkaar, ze zijn beide zowel schuldeiser als schuldenaar van elkaar;
  • De prestatie moet beantwoorden aan de schuld, dit betekent dat de prestatie en de schuld gelijksoortig moeten zijn, zoals bijvoorbeeld twee geldvorderingen;
  • De schuldenaar moet bevoegd zijn tot het verrichten van betaling;
  • De vordering moet opeisbaar zijn.

Verrekening is alleen maar mogelijk, wanneer beide partijen tegelijk schuldeiser en schuldenaar zijn van elkaar. Wanneer dit niet het geval is, valt er simpelweg niets te verrekenen.

Ook moeten beide schuldenaren de schuld mogen betalen aan elkaar. Een voorbeeld van wanneer dit niet mag, is wanneer een persoon onder curatele is gesteld. In dat geval is hij of zij niet bevoegd om de schuld te betalen.

Verder moeten de vordering en de schuld over en weer beantwoorden aan elkaar. Wanneer beide partijen een geldvordering hebben op elkaar is dit eenvoudig. Het is ook mogelijk om bijvoorbeeld een levering van (verschillende) goederen met elkaar te verrekenen, in dat geval is het lastiger om vast te stellen of de vordering en de schuld aan elkaar beantwoorden. Het is dus van belang dat de prestatie en de schuld van dezelfde soort zijn. Bij verrekening van (verschillende) goederen zal dus gekeken moeten worden of de kwaliteit en de hoeveelheid gelijk zijn aan elkaar.

Beide partijen moeten de nakoming van hun vordering kunnen afdwingen. Dit betekent dat de vordering opeisbaar moet zijn. Wanneer het om geldvorderingen gaat, kan het zo zijn dat een van de vorderingen opeisbaar is, maar de andere vordering bijvoorbeeld pas een paar dagen later opeisbaar wordt. In dat geval kan alleen de partij met de opeisbare vordering verrekenen en de andere partij (nog) niet.

Verrekening bij de rechter

Verrekening wordt ook regelmatig gebruikt als verweer tegen een ingestelde vordering. Wanneer dit in een gerechtelijke procedure wordt gedaan, moet de rechter beoordelen of het beroep op verrekening gegrond is. De wet zegt hierover dat de rechter een vordering kan toewijzen ondanks een beroep op verrekening, wanneer niet eenvoudig is vast te stellen of het beroep op verrekening als verweer terecht is. Hiervoor moet het wel mogelijk zijn om de vordering toe te wijzen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de vordering niet wordt betwist. De vereisten voor een succesvol beroep op verrekening als verweer zijn streng.

Wat zijn de gevolgen van verrekening?

Wanneer aan de vereisten voor verrekening is voldaan en twee schulden tegen elkaar weg worden gestreept, vervallen over en weer de verplichtingen tot nakoming voor het gedeelte van de vorderingen dat gelijk is aan elkaar.

Bijvoorbeeld: Ellen heeft boodschappen gedaan voor haar zieke moeder. Het bedrag dat ze bij de kassa moest betalen was € 75,00 en ze heeft dit voorgeschoten. De moeder van Ellen heeft vorige week voor haar dochter nog een zonnebril gekocht in de uitverkoop voor € 25,00, welk bedrag Ellen nog niet had terugbetaald. Ellen en haar moeder hebben dus beide een vordering op elkaar. Wanneer Ellen de boodschappen langsbrengt bij haar moeder en het kassabonnetje aan haar geeft, doet haar moeder een beroep op verrekening. Beide vorderingen worden dan tegen elkaar weggestreept, voor het gezamenlijke beloop (het laagste bedrag), € 25,00 dus. Dit betekent dat er nog een vordering van € 50,00 overblijft van Ellen op haar moeder. De vordering van haar moeder is hiermee volledig voldaan.

Tip van Nova Legal

Wilt u niet geconfronteerd worden met een beroep op verrekening? Verrekening kan contractueel worden uitgesloten. Wij helpen u hier graag mee!

Back To Top