Ga naar hoofdinhoud

Ontslag na coronakritiek op sociale media

Digitale uitingen spelen steeds vaker een rol op de werkvloer. Bijna iedereen maakt tegenwoordig namelijk gebruik van sociale media kanalen. Het kan voorkomen dat uitingen van uw werknemer op sociale mediakanalen haaks staan op het beleid of gedachtegoed van uw onderneming. Uitingen van werknemers kunnen daarnaast schadelijk zijn voor uw bedrijfsimago. Digitale uitingen vallen onder vrijheid van meningsuiting, maar dit grondrecht is niet onbegrensd. Dit blijkt ook uit een uitspraak van rechtbank Gelderland waarin de arbeidsovereenkomst van een werkneemster wordt ontbonden wegens grensoverschrijdende uitlatingen over het Corona- en vaccinatiebeleid van werkgever.

De feitelijke situatie

De Waalboog is een zorginstelling voor ouderen en gehandicapten. Werkneemster is in haar functie werkzaam als Stafmedewerker kennismanagement. Zij ondersteunt in haar functie o.a. de Raad van Bestuur en functionarissen bij nieuw beleid en heeft contact met externe partijen. De Coronapandemie heeft veel invloed op de levensomstandigheden van bewoners, De Waalboog volgt landelijk beleid en heeft maatregelen genomen, waaronder vaccinatie, welke zij zelf uitvoert. Werkneemster laat zich herhaaldelijk uit over de Coronamaatregelen en het vaccinatiebeleid van zowel de overheid als de werkgever, dit doet zij op het zakelijk sociale mediakanaal LinkedIn. Werkneemster maakt daarnaast een vergelijking tussen het Coronabeleid en de Tweede wereldoorlog en noemt iedereen die meewerkt aan het vaccinatiebeleid (oorlogs)misdadigers. De Waalboog spreekt werkneemster vervolgens aan op haar uitingen en wijst op de interne Gedragscode van De Waalboog.

Oordeel van de kantonrechter

Werkneemster heeft recht op vrije meningsuiting, maar dit recht wordt begrensd. De kantonrechter maakt onderscheid tussen de uitingen die werkneemster heeft gedaan op sociale media. Uitingen waarin werkneemster kritiek uit over het algemene Coronabeleid en waarschuwt voor het gevaar van vaccineren, hebben als doel deelname aan het maatschappelijke debat en vallen onder vrijheid van meningsuiting. Uitingen waarin de vergelijking wordt gemaakt met genocide en (oorlogs)misdadigers zijn daarentegen emotioneel, veroordelend en beledigend. Daarbij acht de rechter ook van belang dat werkneemster heeft gekozen deze uitingen te doen op een zakelijk netwerk (LinkedIn) waar de naam van de werkgever stond vermeld op haar profiel. Werkneemster heeft hiermee verwijtbaar gehandeld ten aanzien van de werkgever. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden door de kantonrechter.

16 februari jl. diende de zaak in hoger beroep. De rechter buigt zich over de vraag of het ontslag terecht gegeven is. De uitspraak volgt 4 april a.s. Wordt vervolgd!

Tip voor de werkgever

Als werkgever is het verstandig om een personeelsreglement op te stellen. In zo’n document kan een werkgever richtlijnen en instructies geven aan werknemers over allerlei zaken, waaronder het gebruik van sociale media. Wanneer een werknemer handelt in strijd uw richtlijnen en instructies kunt u een waarschuwing geven en wijzen op het personeelsreglement. Wanneer een werknemer in overtreding blijft kan dit uiteindelijk leiden tot ontslag.

[1] Rechtbank Gelderland, 24 augustus 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:4701.

Back To Top