Ga naar hoofdinhoud
Het Bethesda-arrest Blog Nova Legal

Het Bethesda-arrest: kan kost en inwoning aangemerkt worden als ‘loon’?

Een bejaardenverzorgster verricht sinds lange tijd werkzaamheden bij twee stichtingen: Huize Bethesda en Huize Eliëzer. In ruil voor haar werkzaamheden ontvangt zij kost en inwoning. Ook ontvangt ze jaarlijks vakantiegeld en een kerstgratificatie. Kunnen deze vergoedingen worden gezien als loon? In het Bethesda-arrest was deze vraag van belang om te kunnen bepalen of er een arbeidsovereenkomst tussen de bejaardenverzorgster en de stichtingen tot stand gekomen was. In deze blog leggen we uit tot welk oordeel de Hoge Raad kwam.

Het geschil bij de kantonrechter en de rechtbank

De bejaardenverzorgster heeft bijna 30 jaar werkzaamheden verricht voor de samenwerkende stichtingen als zij in 1996 een brief ontvangt waarin staat dat besloten is het “vrijwilligerswerk” dat zij verricht, wordt beëindigd. De bejaardenverzorgster weigert deze brief voor akkoord te ondertekenen, omdat ze van mening is dat er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen tussen haar en de stichtingen. Ze besluit de rechter onder meer te vragen om voor recht te verklaren dat er een arbeidsovereenkomst heeft bestaan, zodat vast komt te staan dat ze recht heeft op het loon conform de CAO bejaardenhuizen.

De stichtingen betogen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Zij stellen dat de bejaardenverzorgster vanuit haar geloofsovertuiging en op eigen initiatief werkzaam was bij de stichtingen, zonder dat zij hiervoor in stoffelijke vorm voor beloond wilde worden. De bejaardenverzorgster daarentegen voert aan dat zij bij indiensttreding te horen kreeg dat de stichtingen op dat moment onvoldoende financiële middelen hadden om haar het volledige salaris van een bejaardenverzorgster te betalen. Daarom zou ze vooralsnog zakgeld, kost en inwoning vergoed krijgen. In de toekomst zou een betere financiële regeling worden getroffen met haar. Haar was daarnaast verteld dat zij uiteindelijk directrice zou worden van een van de stichtingen.

Zowel de kantonrechter als de rechtbank oordelen dat in de verhouding tussen de partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Volgens de kantonrechter kan er namelijk gesproken worden van loon, het geven van instructies met betrekking tot de daadwerkelijke uitvoering van werkzaamheden en met betrekking tot de goede orde in de onderneming, zodat er wettelijk gezien sprake is van een arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft het oordeel van de kantonrechter, nadat de stichtingen in hoger beroep zijn gegaan, bevestigd.

Het oordeel van de Hoge Raad

De stichtingen zijn uiteindelijk in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt als volgt. De kost en inwoning die de bejaardenverzorgster ontvangt, moet worden gezien als een vergoeding van de werkgever aan de werknemer voor de verrichte werkzaamheden en dus als loon. Er bestaat volgens de Hoge Raad geen rechtsregel dat voor de vraag of er sprake is van loon onderzocht moet worden of er sprake is van een gebruikelijke tegenprestatie voor arbeid.

Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat aangenomen moet worden dat de bejaardenverzorgster zich moest houden aan instructies over werktijden verlof en de verdere invulling en uitvoering van de werkzaamheden. Aan deze omstandigheden wordt het vermoeden verleend dat voor de bejaardenverzorgster een verplichting tot het verrichten van arbeid bestond en zij dit dus niet op vrijwillige basis deed.

Wel of niet sprake van een arbeidsovereenkomst?

In het Bethesda-arrest heeft de Hoge Raad, in lijn met de lagere rechters, geoordeeld dat er een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen tussen de stichtingen en de bejaardenverzorgster. Daarmee was vast komen te staan dat de vergoedingen die zij ontving konden worden gezien als loon. Heeft u vragen over uw (arbeids)overeenkomst of over de vergoeding die u krijgt voor het werk dat u verricht? Neem dan contact met ons op. De juristen van Nova Legal geven u graag advies.

Neem contact op
Back To Top