Ga naar hoofdinhoud
Verschil Middenstandsbedrijfsruimte En Overige Bedrijfsruimte | Blog | Huurrecht | Nova Legal

Wat is het verschil tussen middenstandsbedrijfsruimte en overige bedrijfsruimte?

In de wet wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende (ver)huurobjecten, zoals tussen woonruimten en bedrijfsruimten. De wet maakt ook voor bedrijfsruimten een onderscheid. Er kan sprake zijn van ofwel een middenstandsbedrijfsruimte ofwel een overige bedrijfsruimte. Dit onderscheid is onder andere van belang om te bepalen welk huurregime van toepassing is. Een huurregime is de verzameling van wet- en regelgeving die van toepassing zijn op een huurovereenkomst. Het regime bepaalt onder andere de wijze van huuropzegging, de huurbescherming en de duur van het huurcontract. In deze blog leggen we uit wanneer er sprake is van een middenstandsbedrijfsruimte en een overige bedrijfsruimte en waarom dit van belang is.

Middenstandsbedrijfsruimte of overige bedrijfsruimte?

Bedrijfsruimte wordt ook wel middenstandsbedrijfsruimte genoemd. Dit is een ruimte waar een ambacht wordt uitgevoerd of een locatie van waaruit diensten en producten worden geleverd. Bepalend voor de vraag of een bedrijfsruimte als middenstandsbedrijfsruimte kan worden aangemerkt is, of er sprake is van een voor het publiek toegankelijke ruimte waar goederen en diensten rechtstreeks aan het publiek kunnen worden geleverd. Hierbij valt te denken aan winkels, restaurants, kapperszaken en cafés. Overige bedrijfsruimte in de zin van de wet is een restcategorie. Dit zijn dus alle ruimtes die niet als woonruimte of middenstandsbedrijfsruimte kunnen worden aangemerkt. Hier vallen bijvoorbeeld kantoren, fabrieken, garageboxen en bioscopen onder. Als partijen twisten over de vraag of een bedrijfsruimte als middenstandsbedrijfsruimte of als overige bedrijfsruimte moet worden aangemerkt, dan is van belang op welke manier het gehuurde wordt gebruikt en is ingericht. De tekst in de huurovereenkomst is daarbij niet van belang. Er kan dus niet door partijen worden bepaald of het gaat om de (ver)huur van een middenstandsbedrijfsruimte of een overige bedrijfsruimte. Het gaat om hoe de bedrijfsruimte wordt gebruikt en is ingericht, waarbij onder meer wordt gekeken of er sprake is van een voor het publiek toegankelijke ruimte.

Huurbescherming

Het onderscheid tussen een middenstandsbedrijfsruimte en een overige bedrijfsruimte is van belang in verband met de huurbescherming. Bij een middenstandsbedrijfsruimte geniet de huurder namelijk huurbescherming. Bij overige bedrijfsruimte is er slechts ontruimingsbescherming. Dit houdt in dat als de verhuurder de ontruiming aanzegt aan de huurder, de huurder zich tot de kantonrechter kan wenden met een beroep op ontruimingsbescherming. Daarmee kan de huurder zijn verblijf – mits het gaat om een overige bedrijfsruimte – verlengen en de ontruiming uitstellen. Als de huurder het verzoek tot ontruimingsbescherming niet indient bij de rechter, dan moet de huurder het gehuurde in principe twee maanden na de opzegging vrijwillig verlaten.

De reden dat de huurder van een middenstandsbedrijfsruimte extra huurbescherming geniet heeft te maken met de vestigingsplaats van het bedrijf en de gebondenheid van het bedrijf aan deze vestigingsplaats. Ook uit de hierna te bespreken verschillen in de duur van het huurcontract en de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, volgt dat de huurder van een middenstandsbedrijfsruimte beter beschermd wordt dan de huurder van een overige bedrijfsruimte.

Verschillen tussen middenstandsbedrijfsruimte en overige bedrijfsruimte

Een huurovereenkomst voor een middenstandsbedrijfsruimte wordt aangegaan voor de duur van vijf jaar met de mogelijkheid om te verlengen, dus 5+5 jaren. Het is mogelijk om van deze termijn af te wijken, door dit aan de kantonrechter voor te leggen. Daarnaast kan de verhuurder de huurovereenkomst enkel opzeggen wanneer hij het gehuurde zelf nodig heeft. Een dergelijke opzegging moet met instemming van de kantonrechter gebeuren. Huurder en verhuurder zijn bij middenstandsbedrijfsruimte vrij om zelf de huurprijs te bepalen. Wanneer een geschil over de huurprijs ontstaat, kunnen partijen dit voorleggen aan de rechter met het verzoek de huurprijs te bepalen.

De verhuurder kan de huur enkel een jaar voor het einde van de eerste huurtermijn of een jaar voor het einde van de verlenging opzeggen. Voor de huur van overige bedrijfsruimte geldt geen minimale termijn waarvoor de overeenkomst wordt aangegaan. Er is volledige contractsvrijheid tussen partijen omtrent het afspreken van een huurtermijn. Daarbij is de opzegtermijn van de huur gelijk aan de betalingstermijn. Het is gebruikelijk dat dit een kwartaal betreft maar dit is geen verplichting. Er zijn verder geen dwingende wettelijke verplichtingen over de duur van de huurovereenkomst. Bij overige bedrijfsruimte geldt daarnaast ook geen wettelijk regime voor een tussentijdse wijziging van de huurprijs. Het is aan partijen zelf om tussentijdse huurprijswijzigingen in de huurovereenkomst vast te leggen.

Heeft u advies nodig over de voor uw geldende wet- en regelgeving op het gebied van de (verhuur) van bedrijfsruimte?

Heeft u een conflict met uw verhuurder over het type bedrijfsruimte dat u huurt? Wordt u geconfronteerd met een opzegging van uw huurovereenkomst terwijl dit naar uw mening niet toegestaan is? Wilt u als verhuurder weer beschikking krijgen over het gehuurde? Wij adviseren en procederen graag voor u!

Neem contact op
Back To Top