Ga naar hoofdinhoud
Partijautonomie Als Rechtsbeginsel In De Rechtspraak Blog Nova Legal

Partijautonomie als rechtsbeginsel in de rechtspraak

Deze week is het de week van de rechtspraak. Deze week lichten we iedere dag een fundamenteel beginsel van het burgerlijk procesrecht toe. Dit zijn beginselen die moeten worden nageleefd om te kunnen spreken van een goede gerechtelijke procedure. Vandaag lichten we het beginsel van de partijautonomie toe.

Wat is partijautonomie?

In Nederland is de civiele procedure – de procedure die wordt gevoerd tussen (rechts)personen – grotendeels gebaseerd op het beginsel van partijautonomie. In de wet is hierover het volgende opgenomen:

“De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd(…)”.

Procespartijen bepalen dus zelf of er een procedure gevoerd wordt en zo ja, waarover de procedure gaat. Partijen beslissen ook zelf over welke onderwerpen wordt geprocedeerd en tot welk bedrag zij procederen. De burgerlijke rechter is daarmee lijdelijk: de rechter mag alleen oordelen over vorderingen, verweren, stellingen en argumenten die partijen aan hem voorleggen. Om deze reden kan de rechter ook niet méér of iets anders toewijzen dan wat de eiser heeft gevorderd in de dagvaarding.

Gestelde feiten die door de wederpartij niet worden weersproken, dienen in beginsel door de rechter als vaststaand te worden aangenomen. Zodra de wederpartij feiten wel weerspreekt, zal de eisende partij in principe bewijs voor deze feiten moeten aanvoeren. De rechter mag overigens wel rekening houden met ervaringsregels en feiten van algemene bekendheid, ook als partijen deze niet zelf in de procedure hebben gebracht. Een feit van algemene bekendheid is bijvoorbeeld dat Nederland aan België grenst en dat loofbomen in de herfst bladeren verliezen. Partijen hoeven niet te bewijzen dat hiervan sprake is, omdat dit als algemeen bekend verondersteld mag worden.

Partijen zijn daarnaast ook vrij om een gerechtelijke procedure op ieder tijdstip vóór de uitspraak te beëindigen. Zij zijn dus niet verplicht om te wachten op de uitspraak van de rechter voordat het geding wordt beëindigd, maar mogen ook daarvoor, bijvoorbeeld omdat er een schikking is getroffen, de procedure beëindigen.

Voorbeeld van partijautonomie in een gerechtelijke procedure

Kees koopt een nieuwe auto bij autobedrijf Jansen. Na een week blijkt de auto echter een ernstig gebrek te vertonen. Kees vordert bij de rechter dat het autobedrijf het gebrek zal herstellen. De rechter mag zich in deze procedure alleen richten op de eis van Kees. Blijkt dat herstel van het gebrek onmogelijk is, dan zal de rechter de eis van Kees moeten afwijzen. De rechter mag dan niet uit eigen beweging beslissen dat de koopovereenkomst moet worden ontbonden, omdat Kees dit niet heeft gevorderd. De rechter is hierbij dus lijdelijk en is gebonden aan hetgeen partijen aan hem voorleggen.

Stel, anders dan in de casus hiervoor, dat autobedrijf Jansen gedurende de procedure aan Kees aanbiedt om de auto om te ruilen voor een auto voor ongeveer dezelfde prijs en dezelfde specificaties. Kees kan, omdat er op dat moment nog geen uitspraak is gedaan door de rechter, besluiten om de gerechtelijke procedure vroegtijdig te beëindigen en akkoord gaan met het voorstel van autobedrijf Jansen.

Het voeren van een gerechtelijke procedure

In een gerechtelijke procedure moeten partijen precies omschrijven waarom ze iets vorderen bij de rechter en moeten dit goed kunnen onderbouwen. Doen partijen dit niet of niet voldoende, dan bestaat de kans dat de vordering of het verweer wordt afgewezen. Wilt u hulp bij het voeren van een gerechtelijke procedure? Neem dan contact met ons op. De juristen van Nova Legal hebben ruimschoots ervaring met het voeren van een gerechtelijke procedure en staan u graag bij.

Neem contact op
Back To Top