Ga naar hoofdinhoud
Het Opschortingsrecht | Blogs | Nova Legal

Het opschortingsrecht; wat is het en wanneer mag u het toepassen?

Stel u heeft een overeenkomst gesloten, waarbij u een badkamer zou renoveren. Afgesproken is dat u 50% betaald krijgt na oplevering van het eerste gedeelte en 50% nadat de badkamer volledig is gerenoveerd. U heeft het eerste gedeelte opgeleverd, maar uw klant verricht de afgesproken betaling niet. Het niet overgaan tot het renoveren van het laatste gedeelte van de badkamer lijkt dan logisch. U schort uw verplichtingen op tot er betaald is. Dit lijkt een logische reactie. Of dit juridisch gezien altijd mag, hangt af van de omstandigheden van het geval. Helaas wordt het opschortingsrecht ook vaak ten onrechte toegepast. In deze blog leggen we u uit in welke gevallen het algemene opschortingsrecht gebruikt kan worden en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn.

Wat houdt het opschortingsrecht in en wanneer wordt het gebruikt?

Het opschortingsrecht kan door de schuldenaar in verschillende situaties gebruikt worden en is op meerdere plekken in de wet terug te vinden. Het algemene opschortingsrecht houdt simpel gezegd in dat een schuldenaar niet aan zijn verplichting hoeft te voldoen indien tussen de vordering en schuld voldoende samenhang bestaat om de opschorting te rechtvaardigen. In de meeste gevallen wordt het opschortingsrecht gebruikt als pressiemiddel om de schuldeiser te bewegen tot het voldoen van hetgeen partijen hebben afgesproken. De partij die opschort stelt dus als het ware zijn of haar eigen verplichtingen uit tot de wederpartij zijn of haar afspraken nakomt.

Voorwaarden voor het toepassen van het opschortingsrecht

Een van de belangrijkste voorwaarden voor opschorten is dat je een opeisbare vordering moet hebben op de wederpartij. Hiermee wordt bedoeld dat de wederpartij zijn afspraken al had moeten nakomen, maar dit heeft nagelaten. We nemen het voorbeeld van de badkamer uit de inleiding. Wanneer er een factuur wordt verstuurd voor het betalen van de badkamer, heeft de andere partij vaak 30 dagen om de factuur te betalen. Pas na deze 30 dagen is de vordering opeisbaar indien de factuur nog niet is betaald. Daarnaast is het van belang dat er voldoende samenhang is. Hiermee wordt bedoeld dat er moet worden gekeken of er voldoende onderling verband bestaat. Hoe groter de samenhang, hoe eerder de opschorting geoorloofd zal zijn en als redelijk en billijk zal worden gezien. Verder is het belangrijk dat nakoming nog mogelijk moet zijn. Als bijvoorbeeld een product niet meer leverbaar is en uit de productie is gehaald, dan heeft opschorten geen zin meer. Tot slot geldt dat opschorting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar mag zijn. Dit betekent dat de opschorting in redelijke verhouding moet staan tot de gemaakte afspraak. Als we wederom naar het voorbeeld uit de inleiding kijken dan is het niet gerechtvaardigd om de betaling van 50% op te schorten als maar een klein deel van de oplevering van de badkamer niet (juist) is voldaan.

Wie kan het opschortingsrecht inroepen?

Het is belangrijk voor ogen te houden wie als eerst moet presteren. Moet de ene partij vóór de andere partij presteren, dan heeft slechts die andere partij een opeisbare vordering en dus een opschortingsrecht. Toch ontstaan er vaak geschillen. In menig aannemingsovereenkomst wordt opgenomen dat betaling van de aanneemsom plaatsvindt in termijnen, al naar gelang de stand van het werk. Hierbij is de volgorde dat eerst de aannemer werkzaamheden verricht, waarna die werkzaamheden bij een correcte uitvoering door de opdrachtgever worden betaald. Uit hun onderlinge rechtsverhouding vloeit dan voort dat de aannemer als eerste moet presteren. Presteert de aannemer niet (in die zin dat de overeengekomen werkzaamheden door hem niet of gebrekkig worden uitgevoerd), dan kan de opdrachtgever de betalingsverplichting opschorten. De opschortingsbevoegdheid van de opdrachtgever eindigt op het moment dat de aannemer zijn verplichtingen correct is nagekomen en de gebreken heeft verholpen. Uit de praktijk blijkt dat het niet zo zwart-wit ligt en het soms moeilijk te bepalen is wie nou eerst moet presteren en aldus zijn of haar verplichtingen mag opschorten.

Onterecht gebruik maken van het opschortingsrecht

De bepalingen betreffende de opschortingsrechten zijn van regelend recht. Dit houdt in dat u de mogelijkheid heeft het opschortingsrecht contractueel te beperken of te verruimen in bijvoorbeeld uw algemene voorwaarden. Wij kunnen u advies geven of het opschortingsrecht uit hoofde van de overeenkomst gerechtvaardigd is. De persoon die namelijk achteraf gezien ten onrechte heeft opgeschort, verkeert in beginsel van rechtswege in verzuim. Indien vervolgens vast komt te staan dat de partij die ten onrechte niet heeft voldaan aan zijn afspraak, dan wordt dit ook wel een toerekenbare tekortkoming genoemd. Dit houdt in dat de partij die zich niet aan zijn afspraken heeft gehouden hiervoor aansprakelijk kan worden gehouden. Dit kan nadelige gevolgen met zich meebrengen voor de opschortende partij zoals het recht op ontbinding voor de wederpartij en schadevergoeding.

Bijzonder retentierecht

Een interessant onderwerp wat ook behoort tot het opschortingsrecht, is het retentierecht. Dit is de bevoegdheid van de schuldeiser een goed onder zich te houden zolang de schuldenaar zijn prestatie niet heeft verricht. Dit kan voorkomen wanneer een klant de rekening van een reparatie niet wil of kan betalen. De winkelier is dan gerechtigd om het goed onder zicht te houden.

Opschortingsrecht inroepen?

Wordt u geconfronteerd met een wederpartij die gemaakte afspraken niet nakomt en wilt u weten of het in uw geval mogelijk is om uw verplichtingen op te schorten? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag verder!

 

Back To Top